Heeft Annie als secretaresse voor de zeilclub nog belangrijke dingen verwezenlijkt?
De periode 1945-1983 is voor de RBSC zeker de meest boeiende
geweest. Toen was Commodore Henri C. Leten voorzitter.
Wedstrijdzeilen, zeilschool voor jongeren, jachthaven van Terneuzen
en Zeebrugge, basis Braakman, eerste match-racing…
De secretaresse hield zich o.a. bezig met: Lidmaatschappen,
toewijzing van havenplaatsen aan booteigenaars, vlaggebrieven,
redactie van allerlei nieuws, verslagen opstellen …
En een secretariaat beschikte toen slechts over povere middelen.
Bv. een mechanische rekenmachine (pinwheel calculator), een
stencilmachine met kruk (spirit duplicator); het was het prille
begin van de fax-machines wat veel te duur was voor een vzw…
Dus veel getypte brieven; de wedstrijdresultaten werden ter plaatse
opgeteld, dikwijls was de gebruikelijke rekenliniaal niet
nauwkeurig genoeg…
Bij de organisatie van een zeilwedstrijd is er steeds veel
voorafgaand werk (Notices of Race, inschrijvingsformulier,
verzekeringsdocumenten). Ook moet er gezorgd worden voor logies
wanneer de deelnemers uit verre landen afkomen. Ter plaatse is er
een “inschrijvingsteam”.
Tijdens de wedstrijd zelf is het relatief rustig. Na de wedstrijd
werden soms de aankomstplaatsen met walkie-talkie vanuit de
“starting boat” doorgeseind. Aan iedere plaats in de rangschikking
waren volgens een standaard rekentabel (Olympisch) een aantal
punten toegewijd, daarna begon de optelling van de punten van de
“manches”, waarvan de slechtste voor iedere deelnemer weggelaten
wordt.
Tegenwoordig is een “druk op de knop” voldoende om dit alles door
de computer te laten optellen. Geen vergelijking meer mogelijk. Ook
moest de “speach” van de Commodore voorbereid worden, nadien vroeg
de pers om een klein relaas van het wedstrijdgebeuren.
Het “week”-secretariaat was in Gent gevestigd in een kelder aan de Korenlei. Wat betekent dat iedere winter de kelder onder water liep, de papierreserve in een hoger gelegen schap kwam te staan, en de secretaresse met laarzen naar het werk ging. Dit tot de bouw van de ringvaart (voltooid in november 1969). In Zeebrugge was er in het Clubhuis “Alberta” een 2 x 2m. groot kleedkamer die voor de wedstrijdjury kon dienen. De secretaresse (en andere helpers) vonden dikwijls toevlucht op de spits “Fretalop” om hun rekenwerk te finaliseren voor de prijsuitdeling.
Commodore Leten was ook de initiatiefnemer van andere
gebeurtenissen zoals het ontstaan in België (Gent) van de Hermandad
de la Costa.
Les idéaux des Frères de la Côte (FDC) arrivèrent en Belgique par
une délégation chilienne participant à une régate internationale et
aussi par les envois de brochures que fit le Frère fondateur
Hammer. Ce matériel aboutit sur la Table de Maurice Pauwaert,
Vice-Commodore du Royal Belgian Sailing Club qui en publia des
extraits dans la presse nautique belge, en particulier dans
"Wandelaar » organe officiel de la marine belge et dans "Sur l’Eau
» (1955). Parmi les personnalités qui ont marqué l'histoire
de la Confrérie en Belgique. il convient de citer Louis Van de
Wiele, Guy Cappeliez, Staf Versluys, ainsi
que le grand Willy De Roos, dont le bateau, WILLIWAW
vient de rejoindre son dernier amarrage au musée maritime d'Anvers.
Ce qui a marqué les Frères de la Côte de Belgique à la création de
leur Confrérie est "L'opération Mon Rêve" : Les Frères fondateurs
achetèrent un thonier à voile sur l'ile de Groix pour le ramener à
Zeebrugge et l'offrir comme dortoir aux jeunes cadets du Royal
Belgian Sailing Club.
Van de Wiele Louis, dit “Le taciturne”. Architecte naval autodidacte, Le Tazciturne est devenu marin contre l’avis de sa famille. Il fut l’inspirateur génial des yachts de croisière hauturière d’après-guerre, tels Hierro (rebaptisé Captain Brown) et Williwaw avec lequel Willy De Roos franchit le passage du Nord-Ouest et surtout Omoo qui mena Louis et sa femme Annie autour du monde en 1951-1953. Ce célèbre voyage qui suit de peu celui de Jacques-Yves Le Toumelin sur « Kurun » et est contemporain de celui de Bardiaux, fait des époux Van de Wiele le premier ménage tour-du-mondiste. Quant à Annie, auteur de « Pénélope était du voyage » et de plusieurs autres récits de mer, elle est l’une des premières femmes à avoir bouclé la grande boucle à bord d’un voilier de plaisance. On notera également la rencontre des deux futurs FDC, Louis Van de Wiele et Olivier Stern-Veyrin, alors médecin aux Marquises.
LOUVES DE MER L’association des Cap Horniers de France à Saint Malo, avec l’aide des FDC de France et de Belgique, inaugura en 1961 la Société Nautique des Louves de Mer. Celle-ci regroupait un nombre de femmes de marins, épouses ou amies des FDC. En fasaient partie : Danny Barrault, Annie Van de Wiele, Liliane Recht, Viviane Cappeliez, Danny Goetstouwers entre autres.